De Gezondheidsraad pleit ervoor het protocol dat artsen voorschrijft hoeze bij een patiënt de hersendood moeten vaststellen, aan te passen aan nieuwe technieken die daarvoor beschikbaar zijn geworden. Dankzij die nieuwe technieken kan sneller vastgesteld worden of iemand hersendood is.
Het protocol hoort bij de Wet op de orgaandonatie. Bij potentiële donoren met onherstelbare en dodelijke hersenschade moeten artsen de hersendood constateren voordat ze organen kunnen uitnemen. Volgens het huidige protocol is het niet goed mogelijk om de hersendood vast te stellen bij patiënten met ernstig hersenletsel die, om verdere schade te beperken, medicijnen krijgen die de hersenfunctie dempen. In zo’n geval moet soms dagen gewacht worden tot die medicijnen zijn uitgewerkt om de hersenactiviteit te meten en een eventuele hersendood vast te stellen. Al die tijd wordt de patiënt beademd en blijf het hart kloppen.
Met nieuwe technieken kan dat volgens de Gezondheidsraad inmiddels wel op een ‘veilige, weinig belastende wijze’ en veel sneller. Transcranieel Doppleronderzoek (TCD) en CT-angiografie (CTA) kunnen samen met maximale zekerheid een blijvende doorbloedingsstilstand in de hersenen aantonen, aldus het advies van de Gezondheidsraad. Als zo’n doorbloedingsstilstand lang genoeg heeft geduurd, staat die gelijk aan hersendood. De Gezondheidsraad vindt dertig minuten een ruime en veilige maatstaf.
Zowel de Nederlandse Transplantatiestichting als de Nierstichting hopen dat het advies van de gezondheidsraad wordt overgenomen. Ze zijn blij met de methode die minder belastend is voor nabestaanden. Bovendien is het met deze methode makkelijker om eventuele wensen om organen te donoren, te honoreren voor deze patiënten bij wie de hersendood lastig is vast te stellen.
Bron: zibb.nl
Lees ook:Wat is hersendood?
Lees ook:‘Meer orgaandonoren is niet de oplossing’
Lees ook:Aantal orgaantransplantaties neemt toe
Lees ook:Levende nierdonoren beter af met ‘kijkoperatie’
Lees ook:Sneller kanker ontdekken met technopil