Multiple sclerose-patiënten die na hun eerste 'aanval' direct met Betaferon (interferon bèta-1b) worden behandeld, lopen 40 procent minder kans op blijvende invaliditeit dan patiënten bij wie de behandeling later wordt begonnen.
Dat blijkt uit onderzoek onder 468 patiënten in twintig landen. Het medische tijdschrift The Lancet publiceerde gisteren de onderzoeksresultaten.
Volgens de onderzoekers leveren zij het eerste bewijs dat de behandeling met Betaferon invloed heeft op de progressie van multiple sclerose (MS).
,,De bevindingen ondersteunen het besluit patiënten actief te behandelen bij het eerste klinische teken van MS om zodoende de ontwikkeling van het ziekteproces zoveel mogelijk te vertragen'', zegt hoofdonderzoeker Ludwig Kappos, hoogleraar neurologie aan de Universiteit van Bazel.
MS is een chronische aandoening van het centrale zenuwstelsel waaraan in Nederland ongeveer 16.000 mensen lijden. Wereldwijd hebben meer dan een miljoen mensen de ziekte.
MS openbaart zich meestal op een leeftijd tussen de 20 en 40 jaar en komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Symptomen van de ziekte zijn onder andere problemen met zien, evenwichtsstoornissen, gevoelloosheid, loopstoornissen en verlamming.
Bron: AD.nl
Lees ook:Ontdekking gen werpt nieuw licht op MS
Lees ook:Nieuw medicijn tegen multiple sclerose
Lees ook:Nieuwe behandeling voor MS op komst
Lees ook:Nieuw medicijn kan MS aanzienlijk vertragen
Lees ook:Goedaardig verloop MS te voorspellen