Patiënten gaan steeds minder vaak voor een wissewasje naar de huisarts. Dat is grotendeels te danken aan een efficiëntere werkwijze van de huisarts, zo blijkt uit onderzoek waarop Frans Bongers op 6 november promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Bongers vergeleek 2 Nationale Studies naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk van NIVEL, RIVM en IQ healthcare – uit 1987 en 2001 – met elkaar.
Het aantal mensen dat vanwege een luchtweginfectie de huisarts bezocht, was in 2001 ruim de helft minder dan in 1987. Ook het aantal mensen dat verwacht dat keelpijn of diarree sneller overgaan door een bezoek aan de huisarts of een recept, nam af.
‘Deze vaststellingen weerspreken het algemeen gangbare idee dat mensen in toenemende mate de huisarts bezoeken voor allerlei wissewasjes’, stelt Frans Bongers.
‘Door voorlichting in de spreekkamer en voorlichtingsmateriaal, hebben patiënten een realistischer idee over de mogelijkheden van behandeling van alledaagse klachten.’
In 2001 bezochten we de huisarts wel vaker dan in 1987 (gemiddeld 3,9 tegenover 3,6 keer per jaar), maar dat komt vooral door een toename van het aantal chronische patiënten.
Patiënten met chronische aandoeningen zoals hoge bloeddruk, suikerziekte en hartfalen werden in 2001 veel intensiever met geneesmiddelen behandeld dan in 1987.
Volgens Bongers werkten huisartsen in 2001 efficiënter dan in 1987. ‘In minder werktijd hebben ze meer patiëntcontacten. Dit hebben ze gerealiseerd door minder huisbezoeken af te leggen, vaker telefonisch contact te hebben met patiënten en meer werkzaamheden te delegeren aan de assistente en de praktijkondersteuner.’
Bron: Nivel
Lees ook:‘Met seksuele problemen vaker naar huisarts’
Lees ook:Huisarts krijgt grotere rol bij nazorg kanker
Lees ook:Na kanker vaker last van alledaagse klachten
Lees ook:Vaker met soa naar de huisarts
Lees ook:Gezocht: deelnemers voor onderzoek arts-patiënt communicatie