Kinkhoest komt de laatste jaren steeds minder voor. Dat is te danken aan het nieuwe vaccin dat sinds enkele jaren wordt gebruikt. Daardoor is wel de piekleeftijd verschoven naar tussen de 10 en 14 jaar. Een paar jaar geleden kwam kinkhoest nog vooral voor bij kinderen tussen de 1 en 4 jaar.
Kinkhoest is voor grotere kinderen en volwassenen niet gevaarlijk, maar wel voor zuigelingen. Die kunnen eraan sterven. Daarom zit het vaccin sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw in de DKTP-prik.
De bacterie die kinkhoest veroorzaakt is sindsdien echter veranderd, waardoor het vorige vaccin op een gegeven moment niet meer optimaal werkzaam was. Na 2 epidemieen in 2001 en 2002 werd besloten het oude vaccin te vervangen door een nieuw. Sinds 2005 wordt alleen nog het nieuwe vaccin gebruikt.
En met succes, want het aantal kleine kinderen met kindhoest daalt. Bij oudere kinderen is die daling nog niet merkbaar.
NIVEL-onderzoeker, huisarts en epidemioloog Gé Donker: ‘Dat de piekleeftijd nu bij jonge tieners ligt, is niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat zij niet zijn gevaccineerd met het nieuwe vaccin. Zij zijn beschermd tegen de ‘oude’ bacterie, maar niet tegen de kinkhoest van nu.’
‘De ziekte gaat vanzelf over, maar het hoesten kan maanden aanhouden. Belangrijk is dat het nieuwe vaccin effectief blijkt voor de kinderen die daarmee gevaccineerd zijn.’
Bron: Nivel
Lees ook:Roep om grootschallige vaccinatie kinkhoest
Lees ook:Kinkhoest in 2012 heviger dan andere jaren
Lees ook:Forse stijging kinkhoestgevallen
Lees ook:Pneumokokkenvaccinatie biedt geen 100% bescherming
Lees ook:Bescherm je ongeboren baby tegen kinkhoest