Het
aantal ongeboren kinderen met het Downsyndroom dat elk jaar in ons land wordt
geaborteerd is onnodig hoog. Dat zegt kinderarts Roel Borstlap, verbonden aan de
Stichting Downsyndroom.
Dat
mag hij natuurlijk vinden, maar een gewaagde uitspraak is het wel. Iedereen
moet voor zichzelf bepalen of hij of zij de extra zorg die een kindje met het
syndroom van Down met zich meebrengt, wil en kan dragen.
Maar
ik ben het wel met de arts eens dat er nog veel onwetendheid is over het
syndroom van Down. Volgens Borstlap is het leven met een kind met het
Downsyndroom in de meeste gevallen niet ernstig is of onoverkomelijk.
In
Nederland worden jaarlijks ruim 200-225 ongeboren kinderen met het syndroom van
Down geaborteerd. Dat aantal is in de afgelopen jaren zeker niet toegenomen,
maar het zijn er nog steeds veel.
Van alle mensen die tijdens de zwangerschap horen dat het kind geboren
wordt met het syndroom van Down, breekt zo'n 90-95 procent
de zwangerschap af.
Volgens de woordvoerder van de stichting denken nog steeds veel mensen dat het
Downsyndroom erg is en veel problemen met zich meebrengt.
Nu is het inderdaad zo dat het syndroom van Down vaak gepaard gaat met de
nodige medische problemen. Zo wordt bijna de helft van hen geboren met een
hartafwijking, maat die is in veel gevallen operatief te behandelen.
Misschien zouden verloskundigen die aan hun patienten een nekplooimeting aanbieden, meteen informatie van de Stichting Downsyndroom kunnen meegeven waarin staat wat het precies inhoudt. Misschien zijn toekomstige ouders dan beter in staat een weloverwogen beslissing te nemen.
Bron: destentor.nl
Lees ook:Uitgebreidere screening syndroom van Down
Lees ook:Campagne tegen alcoholgebruik tijdens zwangerschap
Lees ook:Meer kinderen geboren met Down-syndroom
Lees ook:Kankerbehandeling veilig voor ongeboren kind
Lees ook:Alcohol tijdens de zwangerschap? Niet doen!