Patiënten met chronische nierziekte hebben baat bij zoutbeperking. Hoe minder zout zij eten, hoe kleiner de kans dat ze op lange termijn afhankelijk worden van nierdialyse. Dat blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Nierpatiënten krijgen medicijnen om de bloeddruk en eiwitverlies in de urine te verlagen. Helaas is dat niet altijd voldoende en wordt een aantal patiënten op lange termijn toch afhankelijk van nierdialyse.
Uit eerder onderzoek was bekend dat zoutbeperking de nierfunctie op korte termijn verbetert door bloeddrukverlaging en verlaging van eiwitverlies in de urine. Deze studie is de eerste waarin de lange termijn effecten zijn onderzocht.
Aan de studie deden 500 patiënten met chronische nierziekte mee. Zij kregen allemaal het advies matig te zijn met zout. Ook werd hun bloeddruk met medicijnen zeer strikt gereguleerd.
Na 4 jaar liet de zoutreductie een duidelijk effect zien. Bij de patiënten die minder dan 7 gram zout per dag innamen – wat ongeveer gelijk staat aan het advies voor de landelijke bevolking – had 20% uiteindelijk dialyse nodig.
In de groep patiënten met een hoge zoutinname (14 gram zout of meer per dag) was dat 60%. Bij de patiёnten die overmatig zout gebruikten, reageerde het eiwit in de urine niet op de behandeling met geneesmiddelen, ondanks de goed gereguleerde bloeddruk.
Overmatig zoutgebruik verhindert dus de werking van de eiwitverlagende medicijnen, met als gevolg voortgaand nierfunctieverlies en uiteindelijk noodzaak tot nierdialyse.
De onderzoekers adviseren daarom om op de zoutconsumptie te letten, niet alleen bij de behandeling van hoge bloeddruk en bij hart- en vaatziekten, maar ook voor het behoud van de nierfunctie.
Bron: UMCG
Lees ook:Zout belemmert werking medicijnen
Lees ook:Hoge bloeddruk niet altijd risicofactor hart- en vaatziekten
Lees ook:Minder zout eten blijft het advies
Lees ook:Ziekenhuisrestaurant serveert veel te zout eten
Lees ook:‘Goed’ zout verlaagt de bloeddruk