In Nederland sterven relatief veel mensen aan kanker in vergelijking met andere landen in de Europese Unie. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat cijfers hierover van de 27 EU-landen gelijk trok en naast elkaar legde.
In 2006 stierven 187 op de 100 duizend inwoners in Nederland aan kanker. Dat is iets boven het gemiddelde van de 27 EU-landen, wat op 175 per 100 duizend inwoners lag.
Van de West- en Noord-Europese landen kent alleen Denemarken een hoger sterftecijfer. Ook in Slowakije, Polen, Tsjechië en Hongarije stierven meer dan 200 op de 100 duizend inwoners aan kanker.
In Cyprus overlijden de minste mensen aan de ziekte. Het land blijft met Finland en Portugal onder de 150 doden per 100.000 inwoners.
Aan hart- en vaatziekten sterven juist relatief weinig mensen in Nederland: 54 op de 100 duizend inwoners. Hiermee heeft ons land een van de laagste sterftecijfers voor hartziekten van Europa.
Alleen in Spanje, Portugal en Frankrijk lag het sterftecijfer lager. In de nieuw toegetreden Baltische staten en Oost-Europa sterven de meeste mensen aan hartziekten: 150 of meer sterfgevallen per 100 duizend inwoners.
In Litouwen overleden zelfs 347 op de 100 duizend inwoners aan hartziekten in 2006.
Lees ook:Nederlanders weten wat een soa is
Lees ook:Aantal doden door kanker neemt af
Lees ook:Kanker slaat om zich heen
Lees ook:Weinig tienerbevallingen in Nederland
Lees ook:Een vrij hoog percentage kinderen met kanker in NL