De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) wordt geacht om toezicht te houden op onze gezondheidszorg. Maar als er voor elke 60.000 werknemers in de zorg 1 zorginspecteur beschikbaar is. Hoe kun je dan nog van controle spreken?
In Trouw reageert Gerrit van de Wal, inspecteur-generaal van de IGZ, op het rapport dat onlangs verscheen over de rol van de toezichthouder in de kwestie rond de aan slaap- en kalmeringsmiddelen verslaafde neuroloog uit Enschede die jarenlang foute diagnoses stelde en verkeerde behandelingen uitvoerde.
Een zaak die de IGZ niet had kunnen voorkomen, maar dat er fouten zijn gemaakt staat vast. Van der Wal legt uit hoe lastig het is om de waarheid boven tafel te krijgen als de tegenpartij die doelbewust verdoezelt. Volgens de IGZ-baas is toezicht houden een zaak van risico’s afwegen en van selecteren. Vertrouwen is daarbij cruciaal.
Maar feit is wel dat particuliere initiatieven in de thuiszorg, verslaafdenzorg, tandheelkunde en GGZ de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten. De kwaliteit van geleverde zorg is onbekend en vaak onduidelijk.
De consument gaat er al snel vanuit dat het met die kwaliteit wel goed zit. Maar verwacht geen regelmatige controle van de IGZ, want die kan het allemaal niet meer bijbenen. Als gevolg van een tekort aan personeel blijven er jaarlijks tientallen projecten noodgedwongen liggen.
Het is ook Van der Wal een doorn in het oog. Hij heeft op het ministerie van VWS al tientallen keren om uitbreiding van zijn dienst gevraagd, maar vindt tot nu toe nul op het rekest.
Klik hier voor het hele interview met Gerrit van der Wal in Trouw.
Lees ook:Zorg verpleegtehuizen nog onder de maat
Lees ook:Inspectie pakt ‘foute’ gezondheidsapps aan
Lees ook:Krijgen kinderen de zorg waar zij recht op hebben?
Lees ook:Patiëntveiligheid onvoldoende gewaarborgd
Lees ook:‘Ziekenhuizen moeten open kaart spelen over prestaties’