Artsen die ongewenst zwangere
vrouwen doorverwijzen naar hulpverleners van de Vereniging tot bescherming van
het ongeboren kind (VBOK) handelen in strijd met hun beroepscode.
Die code
schrijft namelijk voor dat deze vrouwen neutraal worden voorgelicht en niet in
de richting van een bepaalde oplossing worden toe gepraat. Dat zei Willem
Beekhuizen, voorzitter van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen (NGA),
gisteren in dagblad Trouw.
Staatssecretaris van
Volksgezondheid Jet Bussemaker (PvdA) betrekt de VBOK, die zich inzet voor
alternatieven voor abortus, bij het opstellen van een nieuwe abortusrichtlijn.
Ook het NGA zit in deze werkgroep.
Beekhuizen zegt de deelname
van de VBOK aan de werkgroep te accepteren, maar is bang dat belangrijke principes
– zoals de neutrale voorlichting – overboord worden gezet.
"Natuurlijk mag de vrouw
hulp zoeken waar ze wil", stelt Beekhuizen. "Maar de abortuswet wil
juist vermijden dat de vrouw wordt beïnvloed of belemmerd door een arts die
zelf gemoedsbezwaren tegen abortus heeft."
VBOK-directeur Annetje Takke
stelt in de krant dat de hulpverleners van de vereniging wel degelijk neutrale
adviezen uitbrengen. Wel maakt de VBOK zwangere vrouwen die aan abortus
overwegen duidelijk 'dat het niet alleen gaat om de vrouw, maar ook om het
ongeboren kind'.
Lees ook:Abortusklinieken steunen twijfelende vrouw niet
Lees ook:Grote kans op psychische schade na abortus
Lees ook:Vrouwen willen meer info na 20-weken echo
Lees ook:Eerst de vrucht zien, dan pas een abortus
Lees ook:Anti-abortusorganisatie stuurt foetussen rond