Groningse wetenschappers hebben een nieuw gen ontdekt dat de kans op overgevoelige luchtwegen vergroot. Mensen die hier last van hebben, lopen een groter risico om astma te krijgen. Het is voor het eerst dat het verband tussen dit gen en luchtwegovergevoeligheid is gelegd.
Luchtwegovergevoeligheid is de benauwdheid die ontstaat door het inademen van bijvoorbeeld koude lucht of rook. Bij sommige mensen leidt dit tot reactie en samentrekken van de spieren rond de luchtwegen, die daardoor minder doorgankelijk worden. Luchtwegovergevoeligheid is een van de grootste risicofactoren voor astma.
Wetenschappers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) volgen al tientallen jaren een groep van meer dan 200 astmapatiënten. Bij de kinderen en kleinkinderen van deze patiënten komt veel meer luchtwegovergevoeligheid en astma voor dan gemiddeld in de bevolking.
Uit eerdere studies van het UMCG bleek dat er een duidelijk verband is tussen luchtweggevoeligheid en genen op het vijfde chromosoom. Welk gen echter precies hiervoor verantwoordelijk was, bleef eerst onbekend.
Sinds 2005 hebben wetenschappers van het UMCG en verschillende centra in de Verenigde Staten en Engeland ruim 6000 patiënten bestudeerd. Uit dat onderzoek bleek dat het om het gen protocadherine 1 (PCDH1) gaat.
De American Thoracic Society heeft de ontdekking al aangemerkt als een van de meest belangrijke wetenschappelijke doorbraken op het gebied van longziekten.
Bron: UMCG
Lees ook:Warmte als behandeling astma
Lees ook:Vuile lucht kan astma veroorzaken
Lees ook:Jongens groeien vaker over astma heen
Lees ook:Gen kan aids voorkomen
Lees ook:‘Elk type astma verdient eigen behandeling’