Partners van patiënten met dementie hebben een 4 keer zo grote kans op depressie vergeleken met mensen met een partner zonder dementie, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het Nivel en VUmc in het American Journal of Geriatric Psychiatry.
Met de vergrijzing neemt ook het aantal mensen met dementie toe. Het merendeel van hen woont thuis en wordt verzorgd door een familielid, meestal de partner. De zorg voor een demente partner is echter zwaar en veroorzaakt vaak gezondheidsproblemen, vooral psychische zoals een depressie of angststoornis.
Mensen met een dementerende partner hebben zelfs 4 keer zo veel kans op een depressie als mensen met een partner zónder dementie. Ook hebben ze een 2 keer zo grote kans antidepressiva voorgeschreven te krijgen, zo blijkt nu uit onderzoek met gegevens van het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg.
De onderzoekers volgden 6 jaar lang de medische gegevens van 218 partners van patiënten met dementie. Voor iedere deelnemer aan het onderzoek zochten ze voor de controlegroep twee partners van mensen zonder dementie uit dezelfde praktijk.
Volgens de onderzoekers moet er meer aandacht komen voor de zorgende partner. In eerste instantie voor hun eigen welbevinden, maar ook om de zorg voor hun partner met dementie te kunnen volhouden.
Uit eerder onderzoek van het Nivel en Alzheimer Nederland is bekend dat mantelzorgers van dementiepatiënten ernstig overbelast zijn. Als de voornaamste verzorger uitvalt, is de patiënt aangewezen op professionele zorg of moet deze worden opgenomen.
Bron: Nivel
Lees ook:Vrouwen depressiever bij confrontatie met kanker
Lees ook:Auto-immuunziekten vergroten kans op hart- en vaatziekten
Lees ook:Crisishulp bij dementie schiet tekort
Lees ook:‘Depressieven hebben grotere kans op diabetes’
Lees ook:Alzheimer lijkt ‘besmettelijk’