Voor de beste bescherming tegen meningokokken C zouden kinderen een tweede vaccinatie moeten krijgen. Dat concludeert Richarda de Voer van het RIVM in haar promotieonderzoek.
De meningokokken C-bacterie is één van de veroorzakers van nekkramp. Dankzij opname van het meningokokken C-vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en een gelijktijdige grootschalige vaccinatiecampagne in 2002, komt de bacterie nauwelijks nog voor in Nederland.
In het RVP krijgen kinderen nu alleen op de leeftijd van 14 maanden een prik tegen meningokokken. De Voer onderzocht de beschermende werking van die prik aan de hand van de hoeveelheid antistoffen in het bloed.
Zij ontdekte dat de beschermende antistoffen al na een paar jaar sterk zijn afgenomen. Het betekent dat de kinderen op latere leeftijd minder goed beschermd zullen zijn, terwijl de bacterie behalve jonge kinderen juist ook adolescenten treft. Daarom adviseert de promovenda om kinderen rond hun 12e jaar een tweede meningokokken C-vaccinatie aan te bieden.
Prof. dr. Lieke Sanders, hoogleraar Kinderimmunologie van het UMC Utrecht, was een van de begeleiders van het onderzoek. ‘Deze tweede vaccinatie biedt waarschijnlijk niet alleen bescherming voor de gevaccineerde adolescenten, maar zal ook helpen om nieuwe circulatie van de bacterie in de bevolking tegen te houden. De meningokok circuleert immers vooral voor onder adolescenten. Zo zouden we de bacterie beter buiten de deur kunnen houden.’
Bron: UMC Utrecht
Lees ook:‘Bofvaccinatie biedt te weinig bescherming’
Lees ook:Voor Bredase verpleegkundigen is 1 griepprik voldoende
Lees ook:Driekwart haalt ook tweede Mexicaanse griepprik
Lees ook:Tweede griepprik bij kinderen veroorzaakt meer bijwerkingen
Lees ook:Griepprik beschermt ook op hoge leeftijd