Moeders die tijdens de zwangerschap veel tijd doorbrengen met een huisdier, hebben minder kans op een baby met astma of een allergie. Dat tonen Amerikaanse wetenschappers aan in hun onderzoek onder een kleine 1200 kinderen. Maar ook de afkomst en de wijze waarop de baby ter wereld komt, spelen een rol.
Wetenschappers van het Henry Ford ziekenhuis in Detroit ontdekten dat baby’s die opgroeien tussen huisdieren minder antistoffen – immunoglobinen (IgE) E genoemd – in hun lichaam hebben in de eerste twee jaar van hun leven.
IgE wordt in verband gebracht met het ontstaan van allergieën en astma. De hoeveelheid antistoffen was gemiddeld 28% lager bij baby’s die tussen huisdieren waren opgegroeid, vergeleken met kinderen die geen huisdieren hebben.
Bij kinderen uit Europa, Azië en het Midden-Oosten lag het IgE-level 33% lager, bij Afrikaans-Amerikaanse baby’s ‘slechts’ 23%. Mogelijk heeft dit een genetische oorzaak.
Ook baby’s die via de natuurlijke weg ter wereld waren gekomen hadden minder antistoffen dan baby’s die met een keizersnede geboren waren.
Volgens dr. Christine Cole Johnson van het ziekenhuis bevestigen de bevindingen de zogeheten ‘hygiëne hypothese’. Dit is de theorie dat kinderen weerstand opbouwen tegen allergieën en astma door ze al op heel jonge leeftijd bloot te stellen aan de allergie veroorzakende stoffen.
Tijdens een vaginale bevalling worden baby’s bijvoorbeeld aan grote hoeveelheden bacterien blootgesteld die het immuunsysteem een extra boost geven om zich tegen allergieën te beschermen. Dat onze samenleving nu veel hygiënischer is ingericht dan vroeger, zou volgens de hygiëne theorie een belangrijke oorzaak zijn van de enorme toename van allergieën.
Bron: Daily Mail
Lees ook:Minder kans op allergie na thuisbevalling
Lees ook:Keizersnede verhoogt risico op astma
Lees ook:Pasgeboren baby onvoldoende beschermd tegen mazelen
Lees ook:Kans op allergie kleiner bij thuisgeboorte
Lees ook:Kat verhoogt kans op eczeem
Erg leuk om te weten.