Extreem dunne mensen hebben soms een stuk DNA te veel. Patiënten met meerdere kopieën van een stuk DNA op chromosoom nummer 16 hebben 8,3 keer zoveel kans op ernstig ondergewicht (BMI kleiner dan 18,5). Deze mensen hebben overigens ook meer kans op een kleinere schedelomvang en en op psychiatrische aandoeningen. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek waaraan ook het UMC Utrecht heeft meegewerkt.
De onderzoekers komen tot de conclusie na genetische analyse van bijna 95.000 deelnemers, waaronder 30.000 patiënten.
Vorig jaar ontdekten zij al een verband tussen overgewicht en hetzelfde DNA-stuk. Als het stuk ontbreekt heeft iemand maar liefst 43 keer zoveel kans op zeer ernstig overgewicht. Het ontbreekt in 0,7 procent van mensen met zeer ernstig overgewicht. Dat zijn mensen met een BMI van meer dan 40.
Het stukje DNA heeft dus een ‘spiegelbeeld-effect’ heeft. Mensen die het DNA-stuk missen hebben een grote kans om dik te worden. Terwijl mensen die hetzelfde DNA-stuk te vaak hebben, juist een grote kans hebben om extreem dun te zijn. Waarschijnlijk bestuurt het DNA-stuk niet direct het eetgedrag, maar beïnvloedt het de ontwikkeling van bepaalde delen van de hersenen. In het gebied liggen meer dan 30 genen.
Klinisch geneticus dr. Mieke van Haelst van het UMC Utrecht: ‘Genetisch onderzoek naar over- en ondergewicht is belangrijk voor de behandeling van overgewicht. Deze resultaten zijn belangrijke stap voorwaarts in het opsporen van patiënten waarbij overgewicht een genetische basis heeft. Uiteindelijk kunnen we dankzij die kennis de behandeling van overgewicht en ondergewicht verbeteren.’
Bron: UMCU
Lees ook:‘Psycholoog nodig bij ernstig overgewicht’
Lees ook:AMC doet succesvolle proeven met gentherapie
Lees ook:Kauwgomtest helpt patiënten met mondkanker
Lees ook:Maagomleiding geniet de voorkeur bij obesitas
Lees ook:Mildere chemo soms beter voor kind met leukemie