Longkanker is in een vroeg stadium beter op te sporen met behulp van een lage dosis CT-scan dan met een digitale röntgenfoto. Dat blijkt uit onderzoek waarop radioloog in opleiding Bartjan de Hoop van het Universitair Medisch Centrum Utrecht is gepromoveerd.
Momenteel is een digitale röntgenfoto van de borstkas de standaardmethode om vast te stellen of iemand longkanker heeft. Wanneer de ziekte zich nog in een vroeg stadium bevindt – waarbij tumoren meestal niet groter zijn dan een centimeter – dan geeft een CT-scan een veel betrouwbaardere diagnose, toont De Hoop in zijn promotieonderzoek aan.
Hij liet collega-radiologen 55 röntgenfoto’s zien van patiënten bij wie de longkanker met een CT-scan was vastgesteld en 72 foto’s van gezonde longen.
Op basis van de röntgenfoto’s was het voor de radiologen veel lastiger om de diagnose longkanker te stellen dan met de CT-scan. Ook tijdens een screening op longkanker bij mensen zonder symptomen, bleek de CT vrijwel alle tumoren te vinden.
Met behulp van röntgenfoto’s lukte dat in 94% van de gevallen, maar de radiologen wezen ook op heel veel foto’s onterecht longkanker aan.
De Hoops conclusies kunnen van pas komen bij een eventueel bevolkingsonderzoek naar het voorkomen van longkanker. Zijn onderzoek is namelijk onderdeel van de Nelson-studie. Dat is een langlopend onderzoek naar de effectiviteit van de preventieve opsporing van longkanker. Ruim 7000 mensen ondergaan hiervoor elk jaar een CT-scan.
Patiënten waarbij longkanker in een vroeg stadium opgespoord wordt hebben een betere overlevingskans. Over vier jaar moet duidelijk zijn of het rendabel is om grote bevolkingsgroepen preventief via een CT-scan te onderzoeken op longkanker.
Bron: UMCU
Lees ook:Borstkanker opsporen via tepelvocht
Lees ook:Longkanker sneller opgespoord
Lees ook:PET-scan voorkomt overbodige operaties bij longkanker
Lees ook:MRI-scan vindt 90% van agressieve prostaatkankers
Lees ook:Nieuwe test kan longkanker eerder opsporen