Eén op de vier huisartsenpraktijken beantwoordt een spoedoproep niet binnen de gestelde norm van 30 seconden. Dit blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Bij 1 op de 8 praktijken lukte het zelfs niet om binnen 90 seconden iemand aan de lijn te krijgen. De IGZ vindt de huidige situatie niet acceptabel. ‘Dit levert serieuze risico’s op voor de patiëntveiligheid, zeker in levensbedreigende situaties.’
De inspectie gaat de minister van VWS vragen een dwangsom op te leggen aan praktijken die niet binnen 2 maanden aan de norm voldoen. Daarnaast zal de IGZ overgaan tot openbaarmaking van de namen.
Het onderzoek van de IGZ is in het najaar van 2010 gehouden onder alle 4378 huisartsenpraktijken in Nederland. Gekeken is in hoeverre de huisartsenpraktijken voldoen aan de richtlijnen voor telefonische bereikbaarheid bij spoed- en normale oproepen.
Uit het onderzoek blijkt dat de telefonische bereikbaarheid van huisartsenpraktijken slechts marginaal is verbeterd ten opzichte van 2008. Ook toen concludeerde de IGZ op basis van onderzoek dat de bereikbaarheid ver onder de maat was.
Mede naar aanleiding van de onderzoeksresultaten in 2008 ontwikkelde de Landelijke Huisartsen Vereniging een norm voor spoedoproepen. Hierin staat onder meer dat een spoedoproep binnen 30 seconden moet worden opgenomen door een medisch deskundig persoon.
Bij afwezigheid, bijvoorbeeld door vakantie, moet de beller direct worden doorgeschakeld naar de spoedvoorziening van een andere huisarts of in een correct verwijzend antwoordapparaat terecht komen. Voor ‘gewone’ oproepen tijdens kantoortijden geldt een norm van 2 minuten voor het opnemen van de telefoon.
Solopraktijken zijn over het algemeen veel slechter bereikbaar dan groepspraktijken.
Bron: IGZ
Lees ook:Huisarts alert bij spoed
Lees ook:Huisartsen klagen over norm spoedoproep
Lees ook:Huisarts neemt telefoon niet op
Lees ook:Huisartsen mopperen op bereikbaarheidsonderzoek IGZ
Lees ook:Patiënt niet tevreden over bereikbaarheid huisarts