De norm van 30 seconden waarbinnen huisartsen een spoedoproep moeten beantwoorden is te streng voor éénmanspraktijken. Dat stellen twee huisartsen uit Doetinchem. Zij werden vorige week voor de tweede maal op de vingers getikt.
De huisartsen namen de telefoon 6 en 8 seconden te langzaam op. In dagblad De Gelderlander noemt Peter Lugten het criterium van 30 seconden ‘wel scherp’.
Ik vind het een vreemde reactie. De norm is vastgesteld door de Landelijke Vereniging van Huisartsen. Meer dan 4300 huisartspraktijken lukt het wél om binnen 30 seconden de telefoon op te nemen. Waarom zij dan niet? Bovendien telt bij spoed elke seconde. Een huisarts hoort een spoedtelefoon altijd bij zich dragen en is zo prima in staat die binnen 30 seconden te beantwoorden. Zo snel is dat nou ook weer niet!
In mei van dit jaar publiceerde de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) een onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid van alle 4378 huisartsenpraktijken in Nederland. Toen bleek dat één op de vier huisartsenpraktijken een spoedoproep niet binnen de gestelde norm van 30 seconden beantwoordde.
Twee maanden later werd de meting herhaald. Dit keer voldeden nog slechts 49 praktijken niet aan de gestelde norm.
Bron: De Gelderlander
Lees ook:Huisarts alert bij spoed
Lees ook:Kwart van huisartsen reageert te laat bij spoed
Lees ook:Huisartsen mopperen op bereikbaarheidsonderzoek IGZ
Lees ook:Huisartsenposten slecht bereikbaar
Lees ook:Huisarts neemt telefoon niet op