Minister Klink wil van geen wijken weten. Gesteund door een meerderheid in de Tweede Kamer heeft hij laten weten dat er een volledig rookverbod in de horeca blijft. Desnoods past hij de wet er voor aan.
Het Gerechtshof in Den Bosch sprak deze week het Bredase café Victoria vrij. De uitbaters ervan menen dat zij niet aan het rookverbod hoeven voldoen omdat ze geen personeel hebben. En het verbod is nu eenmaal ingesteld om het personeel te beschermen.
De rechtbank van Breda was het daarmee eens en sprak de uitbaters vrij. Het Hof deed hetzelfde, al was het om een andere reden. Namelijk dat voor cafés zonder personeel het rookverbod niet duidelijk omschreven staat in de wet. En dus hoeven zij zich er niet aan te houden.
Maar dat is tegen de zin van de minister, het CDA, de Christenunie en de Pvda. Een kamermeerderheid dus.
Hoewel Klink nog even het hoger beroep tegen het Groningse café De Kachel afwacht – de uitspraak volgt over een maand – ziet het er naar uit dat de asbakken over niet al te lange tijd de kast in kunnen. Oók in kleine kroegen.
Daarmee houdt Klink zijn rug recht. En dat siert hem, moet ik zeggen.
Lees ook:Rookverbod kleine cafés op losse schroeven
Lees ook:Bredaas rookcafé vrijgesproken
Lees ook:Rookverbod in de horeca verder onderuit gehaald
Lees ook:Klink versoepelt het rookverbod niet
Lees ook:‘Rookverbod kleine cafés kan wel’
Ik ben zelf een niet-roker, maar er stuit mij toch iets tegen de borst dat als de uitspraak van de rechter hem niet bevalt, Klink gewoon de wet wil laten aanpassen… tsja, zo lust ik er ook nog wel een paar.
Het probleem is dat die wet op een verkeerd uitgangspunt gebaseerd is, namelijk bescherming van werknemers. De rechter gaat volkomen integer en terecht uit van de strekking van die wet. Bedrijven die geen werknemers in dienst hebben vallen daar dus buiten, ongeacht of dat horecabedrijven zijn of niet.
|
Als volksgezondheid het argument is moet dat ook de basis zijn van een wet die roken verbiedt. Ik kan me voorstellen dat dat een stuk ingewikkelder is maar dan had Klink zijn huiswerk maar beter meoten doen.
|
Ik ben ook niet-roker maar de beginselen van de rechtsstaat vind ik stukken belangrijker dan een minister die er een wet probeert door te drukken op oneigenlijke gronden. Wat die oneigenlijke gronden ook zijn.
Is de eigenaar van een kroeg in zekere zin niet ook een werknemer? En zou hij zijn eigen gezondheid niet moeten beschermen? Dan kun je je natuurlijk afvragen of dat zijn eigen verantwoordelijkheid is of dat de overheid hem daar toe mag dwingen…
Ik ben het niet helemaal eens met degenen die zeggen dat Klink de wet niet zou mogen aanpassen. Hij had een bepaalde bedoeling met die wet. Namelijk een rookvrije horeca. Kennelijk heeft hij het niet goed geformuleerd. Dan mag je de tekst toch zo aanpassen dat wat oorspronkelijk bedoeld werd wél gehaald wordt?
Nee, een eigenaar is geen werknemer en zonder personeel evenmin een werkgever. Een eigenaar/uitbater zonder werknemers wordt ook wel een zzp-er genoemd, een zelfstandige zonder personeel.
|
Natuurlijk is er iets te zeggen voor wetgeving die ons allemaal beschermt tegen blootstelling tegen schadelijke stoffen. Maar dan nog moet zo’n wet dáárop worden gebaseerd en correct worden geformuleerd. In dit geval wordt een wet over arbeidsomstandigheden vertaald naar bescherming van iedereen. Een dergelijke wet zou bijvoorbeeld kunnen voorschrijven dat bouwvakarbeiders een bouwhelm op de bouwplaats moeten dragen maar even gemakkelijk verplichten dat iedereen buitenshuis zo’n ding moet dragen omdat je overal wel een steen op he knar kunt krijgen. Maar daar is die wet dus niet voor, net zo min als die tabakswet. De tekst een beetje aanpassen biedt geen soulaas. Die hele wet deugt niet voor dat doel; dus is de oplossing domweg een andere wet. Het zou een mooie boel worden als iedere minister zomaar allerlei wetten naar zijn/haar hand kon zetten. Zo dwaas is het gelukkig nog niet in ons land.